Interview met deelnemer Kinie Lont

Door Roelant Schut
Aankomend bij het rustieke boerderijtje van Kinie Lont en haar man Peter, proef je veel van de onderwerpen die bij het interview dat we met haar gaan houden aan bod zullen komen. Het is prachtig gelegen, met veel groen en ruimte, grenzend aan een terrein van Geldersch Landschap & Kasteelen met moestuinen en een molen. Eén van die moestuinen bewerkt zij samen met haar buren.
Zittend aan de eettafel in die gerenoveerde boerderij, vertelt Kinie over haar jeugd op de boerderij van haar ouders in de Wieringermeerpolder. Opgroeiend binnen een gezin met een akkerbouwbedrijf van veertig hectare is zij zich al van jongs af aan bewust van aspecten voedselproductie, gebruik van bodem en water en de relatie met de natuurlijke omgeving.
Dit vertaalt zich later onder meer in het vrijwilligerswerk voor het Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid (IVN) en haar baan als beleidsmedewerker water en klimaatadaptatie bij de gemeente ’s−Hertogenbosch. Daar buigt zij zich over vraagstukken als hoe de maatschappij zich kan aanpassen aan klimaatverandering.
Bij het IVN volgde ze zeer gemotiveerd de natuurgidsenopleiding en werd Natuurgids. Later hielp zij deze opleiding organiseren bij de IVN−afdeling West-Betuwe en coördineerde ze enkele jaren de plantenwerkgroep van deze afdeling.
Bij de vraag hoe Kinie het Voedselbos heeft gevonden gaat ze enthousiast rechterop zitten en vertelt hoe ze in het kader van de IVN−opleiding het Voedselbos Ketelbroek bij Groesbeek bezocht en dat een geweldig initiatief vond. Toen zij later als lid van Betuwewind hoorde dat er een Voedselbos in Geldermalsen ging komen realiseerde zich dat dit helemaal bij haar zou passen. Ze vertelt dat alles op zijn plaats klikte en ze zich meteen aansloot. Zo behoorde ze bij de eerste lichting deelnemers van Lingehout.
Haar interesse in de verbetering van de biodiversiteit leidde haar ook naar deelname aan de werkgroep Kennis & Monitoring van het Voedselbos. Hierbij kan zij gebruik maken van de kennis die zij opdeed tijdens haar opleiding aan de Landbouwuniversiteit Wageningen en haar ervaring met boslandbouw tijdens haar stage in Ecuador. Daar al kreeg ze de overtuiging dat voedselbossen een belangrijke rol kunnen spelen bij het verduurzamen van de voedselproductie. Binnen de werkgroep wil zij bijdragen aan de monitoring van de biodiversiteit en van plagen. Dit omdat het belangrijk is om kennis te verzamelen over hoe op natuurlijke wijze deze plagen binnen de perken kunnen worden gehouden, zodat het een robuust voedselsysteem wordt wat tegen een stootje kan.
Kinie sluit het interview treffend af met de woorden “robuustheid is van levensbelang”.