Interview met deelnemer Corien Remijn
Door Roelant Schut
Geboren in Nijmegen, in een ‘gewoon’ rijtjeshuis zoals Corien zegt, bracht ze de vakanties in haar jeugd het allerliefst door op de boerderij van haar oom en tante in Limburg. Nog steeds voelt ze zich liggend in het gras, in een weiland naast een riviertje, het meest senang.
Dit heeft zij meegekregen van haar familie aan beide zijden: Zeeuwse en Limburgse boeren uit de tijd dat er veel minder grootschalige industriële boerenbedrijven waren. Haar familie had grote bedrijven en Corien voelde zich daar goed thuis.
Haar vader was chemicus bij Philips, haar moeder docent huishoudkunde en huishoudelijke voorlichting. Zij gaf de eerste kookcursussen voor mannen. Nu is Corien zelf docent en geeft Nederlands voor anderstaligen. Verder is ze persoonlijk begeleider voor dementerenden en schrijft ze artikelen voor verschillende kranten.
Een breed palet, en de weg er naartoe leidde langs flink wat verschillende, vaak parallelle paden, vooral op het gebied van gezondheidszorg, welzijn en milieu – met een uitstapje in de kunst.
In 1981 slaagt ze voor het Gymnasium en wil ze arts worden. Omdat ze twee keer wordt uitgeloot voor de studie Geneeskunde besluit ze in Wageningen bij de Landbouw Hogeschool (nu Wageningen University and Research) Humane Voeding te gaan studeren. Dat lig voor haar gevoel het dichtst bij Geneeskunde. Voor haar stage via Caritas verblijft ze een jaar in de Dominicaanse Republiek en doet daar onderzoek naar de groei en ontwikkeling van baby’s en peuters in sloppenwijken. Ze studeert in 1987 af via onderzoek dat meer lag aan de sociale dan aan de technische kant van haar studie. Corien legde haar focus in de masterfase op antropologie, sociologie en voorlichtingskunde en werkt zoals ze zelf zegt “liever met mensen dan met stofjes”.
Dus werd ze preventiemedewerker, beleid- en projectmanager bij de GGD en kruisverenigingen. Hierbij hield ze zich het liefste, en vooral bezig met de praktische invulling. Daarnaast werd ze ervaren in het schrijven van projecten en aanvragen van subsidies. Dat kwam haar goed van pas bij haar werk als vrijwilliger bij Milieudefensie. Om de lijst met gebieden waarin Corien werkzaam was enigszins compleet te maken, kwamen daar o.a. de volgende projecten bij: afvalbeperking in ziekenhuizen, anti-rook campagnes en de integratie van nieuwkomers in Nederland – zoals vluchtelingen.
Als rond 2006 de arbeidsmarkt op deze gebieden verslechtert zet ze in Den Bosch een galerie op voor betaalbare kunst, met unieke werken van lokale kunstenaars. Hierdoor kan ze twee jaar lang haar al langer bestaande wensen waarmaken om een eigen bedrijf te bezitten en zich bezig te houden met kunst en cultuur. Een intermezzo waar ze veel plezier aan beleefde maar wat ze, gezien het feit dat de galerij hoogstens kostendekkend was, niet langdurig kon blijven doen.
Naast al dit werk ontspant Corien zich graag met tuinieren en klussen (“rommelen”) in huis. Momenteel kan ze zich flink uitleven op dit gebied. Haar verhuizing van Tiel naar Buren is namelijk aanstaande en ze heeft de afgelopen maand in haar oude huis geworsteld met een lekkage van het dak. Naast dit alles maakt ze graag wandelingen met haar vriend en haar hond en geniet ze van het contact met haar twee jongvolwassen zonen en dito dochter.
Deelnemer zijn aan het voedselbos ligt welbeschouwd in het verlengde van dit alles. Al sinds het praktisch mogelijk werd, gebruikt ze zoveel mogelijk biologische producten en groene stroom. Ook geeft ze van jongs af aan een percentage van haar inkomen aan goede doelen. Het voedselbos Lingehout past prima in dit geheel. Haar belangrijkste motivatie is het investeren in de ontwikkelings- en investeringsfase van groene projecten om deze op die manier te steunen in de periode dat ze nog niet rendabel zijn. Zo hoopt Corien dat Lingehout zich kan ontwikkelen tot een financieel zelfdragend, gezond bedrijf. Dit probeert ze te steunen op het gebied van de public relations en af en toe, wanneer ze er tijd voor kan vinden, vrijwilligerswerk in het voedselbos. Gezien Coriens verhaal zal haar levensmotto niemand verbazen: “Je hoeft niet rijk te zijn om te investeren in een betere wereld”.
